Woordkunstenares Trui Vandewalle (www.stilte-in-woorden.com) brengt ‘Ook als wij niet bestaan, spreken wij’.
Poëzie van Claude van de Berge en een monoloog van Yannis Ritsos. Het geheel duurt een 45 à 50 minuten zonder pauze. Tijdens het hele optreden klinkt er muziek.
zondag 28 sept. om 15.00 u. – Vrije bijdrage voor de artiest ! reservatie via marc@warmwater.be



Claude van de Berge (1945) schrijft poëtisch-mystieke literatuur. Woorden met een visionaire connotatie komen als uit een andere wereld. Een wereld van absolute vergeestelijking en verinnerlijking. Een wereld van visioenen, de ratio voorbij. Een wereld die niet deze wereld is.
Middelen daartoe zijn metaforen ontleend aan de natuur en het kosmische. De lezer wordt meegevoerd op een ritueel van klankgolven, klanken die energie vrij maken voor een spirituele beleving, een innerlijke bevrijding, voor contact met het « hogere ».
R. De Schepper


Yannis Ritsos (Griekse dichter 1909-1990).
Een gedicht van Ritsos lezen is als midden in een scène stappen. Zijn gedichten zijn observatiegedichten, geen oordeelgedichten. Veel wordt weggelaten, terwijl de dichter zich concentreert op de bijzonderheden van een blootgelegd moment.
E. Jones
Over de monoloog (in een vertaling van M. Blijstra-van der Meulen).
De Sonate van het maanlicht (1956), groot in lengte en waarde, is één van de beste gedichten van Ritsos en behoort tot de meesterwerken van de Nieuwgriekse poëzie. De existentialistische angst, waargenomen door het prisma van een fijngevoelige erotiek, is het basisthema van deze compositie. Een vrouwelijke gevoeligheid – zoals geen vrouw zich ooit heeft geuit in de Nieuwgriekse poëzie – beheerst het hele gedicht. Als men de sonate leest, heeft men voortdurend het gevoel dat men aanwezig is bij het “slopen”: steen voor steen, stuk voor stuk wordt hier afgerekend met een geruïneerd leven. En temidden van deze brokstukken klinkt de steeds herhaalde bede: laat me met je meegaan.
Gebaseerd op de inleidende tekst uit: “Laat me met je meegaan”.